zaterdag 2 juli 2011

Iets Luchtigs voor Loes

Misschien heeft ze wel gelijk en wordt alles te veel samengebald. Niet luchtig genoeg. Wordt de samenleving wat depri van alle acties en aanklachten die nodig lijken op de vol gepakte bol. Heeft de luchtige maatschappij eigenlijk ooit bestaan?

Ik ben een ouwe rot en herinner mij de zorgeloze hippiefeesten in het Vondelpark, de terrassen van Parijs begin 70er jaren waar het leek of niemand er iets te doen had. Heerlijk was het leven, een onuitputtelijke hoeveelheid mogelijkheden open en voor het oprapen. Is de wereld veranderd dan? Ik denk het niet. Ik ben alleen wat ouder geworden...

Dat betekent niet dat ik er zwaarder aan til. Waaraan? Aan wat op mijn pad komt. Maar onvermijdelijk groeien de kanttekeningen bij het onverschillige zonnige terrasgevoel. Niet ter plaatse. De Provence bestaat ook in Maastricht, Amsterdam, of om ‘t even elke zonnige plaats waar je jezelf toevallig bivakkeert. Het zijn de dagen van donkere luchten die je het gevoel geven dat er iets moet veranderen.

In de eerste plaats het weer natuurlijk, maar dan schiet de klimaatbrok in je keel. De omstandigheden dan, en je tast naar je portemonnee om het croissantontbijt te betalen en komt tot de ontdekking dat je het laatste geld gisteren al hebt uitgegeven. "Mag het vandaag gratis, ober?" 'S mans professionele grijns vervaagt, zijn blik wordt donker, zijn mond een onverzettelijke streep, dreigt hij met politie die al van een afstand hoopvol toekijkt.

De boeien knellen rond mijn polsen terwijl ik in de combi word geduwd stoot ik mijn hoofd tegen de dakrand. Het kan de diender niet schelen dat hij mijn kop niet met zijn hand beschermde. Een verdomde wanbetaler: niets dan last, haal ik tijdelijk twee maal blauw van straat die elders harder nodig zijn. Dat gevoel wanneer ik met loeiende sirene door overvolle terrasbeschenen straten word gereden waaraan ik geen deel meer heb. Het is op. De gratis koffie in de nor een lauw en waterig aftreksel van waarmee ik zojuist nog onbetaald de croissant naar binnen spoelde.

"Je wist toch dat je geen geld had!" "Vergeten, meneer. Het was laat vannacht. Ik geloof dat ik mijn ontbijt van vanmorgen toen als fooi heb achtergelaten."

De rest van de dag, en ook die nacht, mag ik nadenken over mijn onbetaalde actie. Een klein en kaal vertrek, gesloten met een zware stalen deur. Een schab met dun matras als bed en een pot die nog stinkt naar wie hier voor mij was. Zelf schuld, denk ik nog, terwijl ik me omdraai onder de te korte deken. Dat komt ervan als je zoiets luchtigs als een croissant bestelt...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten