zaterdag 7 juli 2012

WANDERBACH page 61


His feeling says that something is about to happen and he lurks around even more suspicious. The walk is easy and they progress well. Mile after mile while not the smallest obstacle hinders. The dogs don’t mind about the desolate landscape and sniff zigzag ahead without lifting their head just once.
How long still? Tork is as fit as when they started and he thinks that he can go on like this for miles. The light seems never to disappear but there will be a moment that they have to pause and he hopes that they are outside the arroyo by then. He doesn’t like the perspective to sleep on this path; while awake the deserted surrounding is already bizarrely and to rest in its gruesome silence is not where he wants to think of.
In stead of descending any longer the path climbs and suddenly leans around a sharp bend. Tork stops and looks suspicious at the green oasis in front of him in a hollow; a tight and thick moss carpet where thousands of daisies bloom glows from the mountain walls to the middle where it flows together around a large pond on which hundreds of white water lilies float. Smooth as a sheet, a garden between mountains, and even without fruit trees or bushes it reminds of Wanderbach which makes him extra carefully. Nothing to hide behind but still the dogs are alert and stop snuffling.
Again Tork tries if it is an illusion and again without success and he decides to camp behind the pond with the mountains covering their back. He knows that there are risks but that is for every spot down here and maybe this is what it seems: an old and forgotten garden.
Nothing grows in the surrounding, what can explain why the moss is so intact: moss and daisies, further nothing except the lilies in the pond. Without surrounding-seed no cross pollination. 

Hij heeft het gevoel dat er iets op komst is en loert nog oplettender rond. De wandeling is gemakkelijk en ze vorderen goed. Kilometer na kilometer terwijl niet het geringste obstakel de doorgang hindert. De honden trekken zich niets van het desolate landschap aan en snuffelen zigzaggend vooruit zonder ook maar een keer de kop op te tillen.
Hoelang nog? Tork voelt zich nog net zo fris en uitgerust als toen ze begonnen en denkt dat hij nog kilometers verder kan. Het licht lijkt nooit te verdwijnen maar er komt een moment waarop ze moeten pauzeren en hij hoopt dat ze dan uit de kloof zijn. Het vooruitzicht op het pad te slapen staat hem niet aan. Wakker is de verlaten omgeving al bizar genoeg en hij moet er niet aan denken in deze huiveringwekkende stilte te rusten.
In plaats van langer te dalen stijgt het pad en helt plots rond een scherpe bocht. Tork blijft staan en kijkt argwanend naar de groene oase vóór hem in een bergkom. Een dicht en dik mostapijt waarin duizenden madeliefjes bloeien glooit vanaf de bergwanden naar het midden waar het samenvloeit rond een grote vijver waarop honderden wit bloeiende waterlelies drijven. Lakenglad, een tuin tussen bergen, en ook zonder fruitbomen of struiken doet het aan Wanderbach denken wat hem extra voorzichtig maakt. Er is niets om achter te verschuilen en toch zijn ook de honden waakzaam en blijven snuivend staan.
Weer probeert Tork of het een illusie is en weer kan hij niets ontdekken en hij besluit met de bergen als rugdekking achter de vijver kamp te maken. Hij weet dat er risico’s zijn maar dat geldt voor elke plek hier en misschien is dit wat het lijkt: een oude, vergeten tuin.
Er groeit niets in de omgeving, wat kan verklaren waarom het mos zo gaaf is: mos en madeliefjes, verder niets behalve de lelies in de vijver. Zonder omgevingszaad geen kruisbestuiving.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten