maandag 27 augustus 2012

WANDERBACH page 98


The girl nods. ‘You don’t leave me really’; he tries. ‘Fiona will stay my assistant, yet she shares her free time with Jeremy from now.’
- ‘I want to be with you, Lord, and take care of you at every moment that you need me.’ Tork sighs.
- ‘If that’s your wish! For now then. We’ll think of something when the moment comes, but accept me as your rightful partner, or whatever you call it. And please stop calling me ‘Lord’. As partners we are equal.’
- ‘Yes Lord’ the girl whispers gratefully.
That the ruler shows his concern about their future faith is more of influence on the members then his statement. The hostile atmosphere declines, yet he doesn’t have everybody’s trust immediately. But Jeremy, who gazes happy at his new spouse, decides to support him for the moment.
- ‘What did you mean by meaningful?’
- ‘To be honest, I don’t know. “Give the people bread and games!” How the games are organized we know, but what or whom takes care about our bread?’ The boy smiles.
- ‘In every house is an always filled pantry. Do I want caviar or a simple sandwich I know for sure it will be there. Nothing becomes dirty or wears out. Used tableware goes back in the cupboard and is the next time clean or replaced by new. There is nothing to do in this damn town. Without the ongoing festivities everybody would be long bored to death.’ Tork looks somber.
- ‘Except the ruler and his seconds no-one has a task?’
- ‘Of course’ some other reacts. ‘We wait for messages of the Gods.’ Tork nods.
- ‘Who of you is experienced in that matter?’ and again it is Jeremy who responds. 

Het meisje knikt. ‘Je verlaat me niet werkelijk’; probeert hij. ‘Fiona blijft assistente, al deelt ze haar vrije tijd voortaan met Jeremy.’
- ‘Ik wil bij ú zijn, Heer, en voor u zorgen op elk moment dat u mij nodig heeft.’ Tork zucht.
- ‘Als dat je wens is! Voorlopig toch. We bedenken wel iets als het zover is, maar zie mij dan als je wettige partner, of hoe jullie dat ook noemen. En stop alsjeblieft met mij ‘Heer’ te noemen. Als mijn partner ben je mijn gelijke.’
- ‘Ja Heer’; fluistert het meisje dankbaar.
Dat de heerser bezorgdheid toont over hun toekomstig lot is meer van invloed op de leden dan zijn verklaring. De vijandige sfeer neemt af, al heeft hij niet onmiddellijk ieders vertrouwen. Maar Jeremy, die gelukkig naar zijn nieuwe partner kijkt, besluit hem voorlopig te steunen.
- ‘Wat bedoelde u met zinvol?’
- ‘Eerlijk gezegd weet ik het niet. “Geef het volk brood en spelen!” Hoe de spelen tot stand komen weten we, maar wat of wie zorgt er voor ons brood?’ De jongen glimlacht.
- ‘In elke woning is een constant gevulde provisiekast. Heb ik zin in kaviaar of een simpele sandwich dan weet ik zeker dat het er is. Niets wordt vuil of verslijt. Gebruikt servies gaat terug in de kast en is de volgende keer schoon of vervangen door nieuw. Er is niets te doen in deze verdomde stad. Zonder de eeuwige feesten was iedereen allang dood van verveling.’ Tork kijkt somber.
- ‘Behalve de heerser en zijn secondanten heeft niemand een taak?’
- ‘Toch wel’; reageert een ander. ‘We wachten op boodschappen van de Goden.’ Tork knikt.
- ‘Wie van jullie werd al geroepen?’ en alweer is het Jeremy die reageert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten