dinsdag 16 oktober 2012

WANDERBACH page 146


Noiseless he opens the glass showcase, abducts the crown of its pillow and hides it in his shirt, after which he runs outside quick and fast. Barg waits in the yard and Tork doesn’t have to be afraid that the farm dogs will raise alarm; the Wolfhound shows his threatening teeth and growls suppressed. Trotting man and dog leave the yard through the gate to the country lane. They have to hurry. Tork doesn’t know how big their vantage will be when the inhabitants awake, but certainly not the two days which are necessary to leave the empire. That’s why he trots over the fields until fatigue forces him to walk slower.
He harvests a couple of carrots and sits down a bit further under a maple bush to chew the stolen meal. Barg was well fed last night and it will take a while before he accepts something inferior like a carrot. Not long, then they are on their way running as long as he can persevere the speed.
Shortly after noon, as Tork calculates, they spot a group of farmers in front of them on the road; all men with pitchforks, scythes and flails, clearly planning to block them. Tork stops; the little army is too big, at least twenty. He doesn’t have to think of fighting them. Even not with the help of Bargs’ destroying jaws. He looks around; searches for a solution and all the time that they stay hesitating on the road the farmers don’t come nearer. He has to pass them anyhow.
As everywhere in the empire they are surrounded by well cared fields and meadows in which horses graze. 

Geruisloos opent hij het glazen voorfrontje, grist de kroon van het kussen en laat die in zijn hemd glijden, waarna hij stil en snel naar buiten rent. Barg wacht op het erf waar Tork niet bang hoeft te zijn dat een van de andere honden alarm slaat, de wolfshond toont zijn dreigende tanden en gromt onderdrukt. In draf hollen man en hond over het erf, door de poort naar de landweg. Ze moeten zich haasten. Tork weet niet hoe groot hun voorsprong is wanneer de bewoners wakker worden, maar beslist geen twee dagen die nodig zijn om het rijk te verlaten. Daarom draaft hij over de velden totdat vermoeidheid hem dwingt langzamer te lopen.
Hij trekt enkele wortels uit de grond en gaat wat verder onder een esdoornbosje zitten om het gestolen maal naar binnen te schrokken. Barg werd gisteravond goed gevoerd en het zal lang duren voordat hij zoiets minderwaardigs als een wortel accepteert. Niet lang, dan zijn ze weer op pad in lichte draf zolang hij het tempo kan volhouden.
Kort na het middaguur, zoals Tork het berekend, zien ze voor zich op de weg een groep boeren. Allemaal mannen met hooivorken, zeisen en dorsvlegels, duidelijk van plan hen tegen te houden. Tork blijft staan, het legertje is te groot, zeker twintig. Hij hoeft er niet aan te denken zich hier doorheen te vechten. Zelfs niet met hulp van Bargs verwoestende kaken. Hij kijkt rond, zoekt naar een oplossing en alle tijd die ze aarzelend op de weg staan komen de boeren niet dichterbij. Hij moet hen immers toch passeren.
Zoals overal in het rijk zijn ze omringd door goed verzorgde akkers en weilanden waarin paarden grazen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten