donderdag 27 december 2012

WANDERBACH page 214


- ‘This is no official entrance. The containers are only used by Gods with allowance to travel between the ledges.’
- ‘Why don’t you take Hera?’
- ‘I would loose my allowance,’ she smiles. ‘What I do is not without risk why I hope that you will convince the others. The official way up is guarded and they will never let you pass.’
- ‘Why do you take me?’
- ‘Because it’s true what you say.’ It sounds simple but Tork is surprised. Diana smiles. ‘You have convinced us.’
- ‘Us?’ She nods again. The container closes and immediately the floor starts to rise; tens of yards, till the second level. Diana wants to leave the container but Tork stops her.
- ‘Who was the Goddess who stood beside you?’
- ‘Didn’t you recognize her; the most poetic, muse of artists? Once,’ Diana murmurs, ‘a mortal man would have done anything just for a shoulder tap from her. That was Aphrodite! The Romans called her Venus.’ She solemnly strides of the platform, vastly followed by Tork. Stood he really side by side to the most romantic of all myths; his arm around her waist? She didn’t look like the statues he saw in museums; the alabaster of nameless sculptors poor in comparison to her intense glow. How for heaven sake is it possible that the true incarnation of romance was replaced by the detached love of a Christ, Allah, or Yahweh? What came into people the last two thousand years to change such human forms for something like a guarding, punishing eye that dominates inaccessible? Where was the sense for beauty, or was it skillfulness of a few who came up with something in order to manipulate more easily?
Diana nudges him. 

- ‘Dit is geen officiële toegang. De kokers worden alleen gebruikt door Goden met toestemming om tussen de richels te reizen.’
- ‘Waarom neem jij Hera niet mee?’
- ‘Ik zou mijn toestemming verliezen,’ glimlacht ze. ‘Het is niet zonder risico wat ik doe waarom ik hoop dat je de anderen overtuigt. De officiële weg wordt bewaakt en de wacht zal jou nooit laten passeren.’
- ‘Waarom doe je het?’
- ‘Omdat het waar is wat je beweert.’ Het klinkt eenvoudig maar Tork is verrast. Diana glimlacht. ‘Je hebt ons overtuigd.’
- ‘Ons?’ Ze knikt opnieuw. De koker sluit en onmiddellijk begint de vloer te stijgen; tientallen meters, tot aan het tweede niveau. Diana wil uitstappen maar Tork houdt haar tegen.
- ‘Wie was de Godin welke naast jou stond?’
- ‘Heb je haar niet herkend; de meest bezongene, muze van kunstenaars? Ooit,’ mijmert Diana, ‘zou een sterfelijk man alles hebben gedaan voor een schouderklopje van haar. Dat was Aphrodite! De Romeinen noemden haar Venus.’ Ze schrijdt plechtig van het platvorm, haastig gevolgd door Tork. Stond hij werkelijk zij aan zij met de meest romantische aller mythen? Zijn arm rond haar middel! Ze leek niet op beeltenissen die hij in musea zag. Het albast van naamloze beeldhouwers pover in vergelijking tot haar intense uitstraling. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat vleesgeworden romantiek werd verdrongen door de afstandelijke liefde van Christus, Allah, of Jahweh? Wat heeft mensen de laatste tweeduizend jaar bezield om zulke menselijke vormen te verruilen voor iets als een wakend, bestraffend oog dat ongenaakbaar domineert? Waar was het gevoel voor schoonheid, of was het handigheid van een paar die iets naar voren schoven om gemakkelijker te kunnen manipuleren?
Diana stoot hem aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten