woensdag 17 mei 2017

Merlijn - aanslag

Natuurlijk verwachtte ik het, maar het was dankzij Bragg dat de poging niet slaagde. Zij slaakte een gil terwijl ik sliep en ik vloog overeind wat mij bijna fataal werd naar later bleek. Golp wikkelde de aanvaller in een soort knetterend web van blauw lichtende statische lijnen, trok hem achterwaarts, zo bruusk dat de dros zijn nek brak.
Hij was gewapend met een in vergif gedoopt mes en de punt miste mij op een haar toen ik door de alarmkreet werd gewekt. Het was een snel werkend gif en had mij bij de minste schram zeker gedood.
De aanvaller bleek een dros van de eigen clan zodat ik tenminste de verslagenen niet ter verantwoording hoefde te roepen. Een moordenaar uit eigen gelederen.
Hoe alles was verlopen bleef binnenskamers. Het was genoeg voor het dorp om te weten dat de opzet was mislukt en dat de uitvoerder om het leven was gekomen. Vooral Bragg’s aandeel kon beter niet gekend zijn binnen de gemeenschap waar men er automatisch van uitging dat ik de man had verslagen. Dat was om te beginnen goed voor mijn reputatie en het zou anderen die iets soortgelijks van plan waren tenminste voor enige tijd op afstand houden. Tijd die ik goed kon gebruiken om met de tovenaars en beide onwillige leiders een werkbaar plan te bedenken om de eerste nieuwe afslag in de drosgeschiedenis te bepalen en aan de uitvoering ervan te beginnen. Bovendien hield het, zoals gezegd, Bragg buiten schot die in een heel kwalijke reuk zou komen als de clan wist dat zij het was die mij had gewaarschuwd. Daarbij, omdat ik het had gedaan, bleef tovenarij buiten spel dat toch de geur van oneerlijkheid met zich droeg. “Zonder tovenaar zou hij het niet hebben overleefd”, zou niet alleen mijn reputatie schaden, maar het zou kwaadwillenden op het idee brengen mij te proberen elimineren op een moment dat ik niet onder de onmiddellijke bescherming van Golp of Merlijn stond.
Het lijk werd getoond en daarna begraven. Om te voorkomen dat het weer werd opgegraven om te consumeren liet ik iedereen geloven dat hij tijdens het gevecht door zijn eigen mes was geraakt waardoor zijn vlees vergiftigd en daarmee ongeschikt was geworden.
Had hij alleen gehandeld, of was hij deel van een complot en was hij al dan niet vrijwillig de uitvoerder van de missie geworden? Natuurlijk werd ik niet veel wijzer maar het was Merlijn die een tip van de sluier kon lichten omdat hij toevallig had gezien hoe de man diezelfde middag een in lappen gewikkeld pakketje van een vrouw had aangenomen. Hij kon de vrouw identificeren en ze werd naar me toe gebracht door enkele onwillige bewakers.
De vrouw dacht dat haar laatste uur was aangebroken en confronteerde mij openlijk met haar afkeer en vijandigheid. Spuugde in mijn gezicht en bedacht mij met de meest schunnige woorden die het Dros rijk is.
Toen haar tirade ten einde was vroeg ik simpel: “Waarom?”
Ze keek mij ongelovig aan, de angst voorbij, vrank en uitdagend. “Je bent een klootzak!” riep ze. “Jij moet weg!”
“En dan? Wie was jullie nieuwe leider geworden? Die zwakke lafaard die je stuurde?”
Ze zweeg. Daarover was duidelijk niet nagedacht.
“Wat heeft het voor zin om de leider te doden als er geen vervanging is? Wat denk je dat er was gebeurd? Jullie waren zonder pardon ingelijfd bij beide andere clans.”
“Nou en?” sprak ze trots. “Dat is beter dan die smerige plannen van jou!”
“Wat is smerig?”
“Ons door elke man laten dekken.”
Ik was verbaasd, begon vervolgens te lachen. “Niemand wordt door niemand gedekt. Het gaat om vermenging, maar wel met wederzijds goedvinden. Als een man jou wil, moet jij hem ook willen. Of, als jij een man kiest zal die man het daarmee eens moeten zijn. Het moet gedaan zijn met dekken, ook al voel je het waarschijnlijk als een eer wanneer de leider jou kiest. Je hebt er niets over te zeggen. Jij moet bukken en hij doet zijn ding zoals de dieren in het bos, met een heel groot verschil: de mannetjesdieren kruipen niet zomaar op het vrouwtje. Daar moeten ze een heleboel voor doen. Laten zien dat ze het vrouwtje waard zijn. Zij moet geloven dat hij het juiste zaad voor haar heeft voordat ze hem toelaat. Jij bukt omdat de leider beveelt. Dat is toch wel wat anders, dunkt me!”
Dat was veel informatie om te verwerken. Ik zag haar denken, en toen ze vroeg: “Moet ik nu dood?” klonk ze heel wat milder, maar nog altijd zonder een zweem van angst.
“Nee!” antwoordde ik beslist. “De aanvaller moest ook niet dood, maar het ging zoals het ging.”

Daarmee, met een vat vol vragen liet ik haar vertrekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten