maandag 15 mei 2017

Merlijn - afzondering

Ze zag er tamelijk menselijk uit. Kleiner en meer gedrongen, gekleed in eenvoudige lappen en waarvoor die dienden was mij niet helemaal duidelijk. Veel warmte zouden ze niet geven en uit zedige overwegingen stelde het ook niet veel voor. Vrouwelijke ijdelheid, een poging om er sexy uit te zien? Ik had geen idee. “Het hoort zo”, antwoordde ze toen ik ernaar vroeg, en veel verder zou ze er wellicht niet over hebben nagedacht. “Het hoort zo”, was het antwoord dat ik op de meeste vragen kreeg, een kritiekloos aanvaarden. Iedereen deed het en dus was het goed!
Ikzelf zag er natuurlijk heel anders uit dan de drossen, gekleed in trekkersbroek, dito shirt en stevige wandelschoenen, maar dat leek iedereen te ontgaan, of het moest zijn dat het mijn ‘zo-hoort-het-niet’ nog eens extra onderstreepte. Toch denk ik dat het veeleer liet zien wat ik hen in mijn toespraak had voorgehouden: het andere, het goede van een samenleving die te ver weg was om te belopen. Ik zag er waarschijnlijk zeer exotisch uit in hun ogen en vond dat best. Het creëerde een afstand die ik voorlopig voor meer dan wenselijk hield. Als de traditie het vereiste was ik evenwel best bereid me in een drossenbedekking te hullen mits dit onze symbiose nader bracht.
Mijn strategie om een vrouw bij mij te laten wonen was een trage die Bragg maar ook Golp niet begreep. Merlijn, toch in de eerste plaats mens, had wel een idee en knipoogde toen ik Bragg zei haar spullen te pakken, die ze overigens niet had, niet meer dan wat ze droeg. Bezit was aan de man, niet aan de vrouw in deze samenleving. Maar ook het mannelijke bezit was nog in een pril stadium en bestond uit niet veel meer dan wat zelf geknutseld gereedschap.
Bragg begreep het niet. Waarom sliep ze eigenlijk bij mij? Er gebeurde niets en de dingen die ik haar opdroeg had ze ook gedaan als ze nog met de andere vrouwen en de kinderen samen was geweest. Nu was het exclusief, alleen zij, terwijl de anderen zich om de kinderen en de overige mannen bekommerden. Het was afzondering en dat was niet goed volgens haar.
Heel voorzichtig waagde ze haar eerste vraag en ik gaf haar gelijk. Het was niet goed om je af te zonderen, maar ik wilde haar beter leren kennen, zien hoe zij haar leven leidde.
“Waarom?” vroeg ze hogelijk verbaasd.
“Omdat ik wil weten waarom jullie jezelf verzwakken.” Natuurlijk begreep ze het niet en ik zei haar te gaan zitten en te luisteren.
“Er is maar een man die alle vrouwen bevrucht.” Ze knikte, er lichtte iets in haar blik, want zo hoorde het. “Dus de volgende leider komt uit het zaad van de vorige.”
“Dat is goed”, glunderde ze.
“Nee, dat is het niet, want de volgende komt weer uit het verdunde zaad van die allereerste, en dat gaat zo door tot het oorspronkelijke zaad zo dun is dat er alleen nog maar zieke en zwakke kinderen worden geboren…” Ik liet mijn woorden op haar inwerken. Haar gedachten maalden. Ze begreep de logica: door iets te verdunnen  bleef er steeds minder over.
“Maar het is altijd zo geweest”, hakkelde ze.
Ik schudde mijn hoofd. “Niet altijd! Sinds de catastrofe die jullie ontkennen zijn er vijf generaties geboren. Ik kom hier naartoe uit een ander deel van de wereld en versla met gemak drie van jullie leiders. Dat is het bewijs. Jullie worden steeds zwakker tot zelfs de laatste leider straks door een mier kan worden verslagen.”
Ik zag hoe ze schrok. “Maar wij komen allemaal uit het zaad van onze eerste leider.”
Ik knikte. “Dat geldt voor deze clan, maar in beide andere clans komen ze uit het zaad van twee andere leiders. Het wordt hoog tijd voor vermenging. Ik ben nieuw zaad, maar als ik op mijn beurt alle vrouwen bevrucht gebeurt uiteindelijk precies hetzelfde. Het begint gewoon opnieuw. Vrouwen uit deze clan moeten met mannen uit de andere clans paren en vice versa. De leider die alle vrouwen bevrucht is taboe, leidt uiteindelijk alleen naar jullie ondergang.”

Met die woorden liet ik haar. Ik wist dat ze erover zou nadenken, dat ze de logica zou begrijpen en dat ze er met andere vrouwen over zou praten. Ik moest de vrouwen op mijn hand hebben om te kunnen veranderen. Zij waren de hoeders van volgende generaties en als ze aan dit idee konden wennen zou het gemakkelijker zijn om ook met andere tradities te breken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten