zondag 14 mei 2017

Merlijn - Bragg

Ik maakte me geen illusies, het zou lastig worden, ook met twee tovenaars aan mijn zijde, maar ik moest hier beginnen. De drie clans vormden samen zo’n tweehonderd leden. Dat is nog net te doen als je een tegenstribbelende groep wilt ombuigen. Het is een club die in het gareel kan worden gehouden al wist ik dat er pogingen zouden volgen om van mij en de tovenaars af te raken. Ik was sterker en groter, imponeerde, wist me permanent bewaakt door Golp en Merlijn die daar zo hun trucjes voor hadden, maar toch… Tegen bijvoorbeeld vergif was ik evenmin bestand en zo ver reikten de kunsten van beide heren ook niet.
Ik werd al gelijk met een eerste taboe geconfronteerd. Als leider was ik het alpha-mannetje en het was mijn plicht om vanuit deze positie alle vrouwen te bevruchten. Toch zoveel mogelijk en niet allemaal tegelijk natuurlijk. Dat moest veranderen! Vrouwen zouden onder mijn bewind een gelijkwaardige positie krijgen, maar dat werd me niet in dank afgenomen, en wel het minst door de vrouwen zelf. Het moest blijven zoals het was. Traditie was waarom het ging. In hun beleving was het juist deze ophoping van tradities die maakten dat hun soort zo oud was, al confronteerde ik hun met hun ondergang, waarvan ze niets begrepen. Binnen hun beleving was het leven altijd zo geweest, generatie na generatie zolang de wereld bestond en mijn les geschiedenis maakte totaal geen indruk. Nu stond ik niet alleen als een despoot te boek maar als leugenaar bovendien.
Veertig mannen in totaal, de rest vrouwen en kinderen. Hoe wilden zij zich in vredesnaam effectief verdedigen tegen een conglomeraat van clans dat veel talrijker was? “We hebben de vrouwen nodig”, betoogde ik, “als volwaardige leden met dezelfde rechten en plichten.” Ook zij moesten worden geschoold in de strijd en de jacht. Hongersnood dreigde regelmatig gewoon omdat er in verhouding teveel monden waren om te vullen en te weinig handen die daarvoor zorgden. Vrouwen waren minder dan dieren en alleen hun baarmoeder behoedde hen voor een regelrechte gang naar de kookpot, maar het onderwerp begreep het zelf niet, wilde dat alles bij het oude bleef, wat het laatste was dat ik kon toestaan. Ik was hier voor verandering, en verandering zou volgen.
Er was een jonge vrouw: Bragg, die mij het meest beviel en die ik tot mijn partner maakte al strookte dat niet met de plaatselijke etiketten. Ik moest ergens beginnen.
Ik nam haar in huis: een schamele hut opgetrokken uit afgevallen takken, lappen ongelooide huid, bladeren en mos met een legerstede van gras dat soms werd ververst en waarom iedereen zich voortdurend krabde dankzij talloze insectenbeten die ik probeerde te negeren maar waarin ik veel minder succesvol bleek dan de drossen.
Bragg schikte zich in stilzwijgend verzet, deed wat ik haar vroeg of opdroeg en nog meer bleek toen ze de eerste keer de hut binnenstapte op het grasbed ging liggen en de benen spreidde.
Ik zuchtte. “Later”, zei ik haar, want zo werkte het niet voor mij waar ze niets van begreep.
Het was niet alleen onwennig voor haarzelf maar ze werd ook scheef bekeken door de andere vrouwen. Wat had dat droswijf meer dan zij omdat ik mij op haar concentreerde?
Ik voelde Bragg’s onwil. Ze wilde helemaal geen buitenbeentje zijn, maar anoniem zijn en blijven, de dingen doen die de mannen verlangden en vooral een paringspartner voor de leider zijn, want daarom was zij vrouw. Als de schepping anders had gewild was ze wel als man ter wereld gekomen!
Mijn keuze was echter niet voor niets op haar gevallen. Zij was intelligenter en nieuwsgieriger dan de meeste drossen en ondanks haar lijdzame verzet stelde ze zich vragen over het waarom ik zo nodig wilde veranderen wat goed was, of was het misschien toch niet zo goed? Bragg was een dros die kon twijfelen aan wat de absolute waarheid moest zijn, al deed ze dat niet graag, was het veel veiliger om alles bij het oude te laten. Ze wilde niet maar de vragen drongen zich op waarom ze toch anders, nieuwsgieriger naar mijn doen en laten begon te kijken.

Het was geen overwinning, in elk geval niet voor mij, maar het was haar twijfel die de kentering mogelijk zou maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten