maandag 8 mei 2017

Merlijn - plan

Het was lang stil voor ik eindelijk durfde te spreken, mijn keel schraapte en me tot Merlijn richtte. “Is dit ons voorland?”
“Laten we hopen van niet”, antwoordde de oude zacht.
“En nu? Hoe denken jullie dat ik zelfs maar een heel klein beetje van invloed kan zijn op zoiets massaals? Jullie wachters met jullie macht kunnen toch veel meer dan ik?”
“De drossen volgen hun leiders. Ze vrezen ons tovenaars”, sprak Golp voorzichtig. “Ze zijn bang voor onze krachten en zullen daarom nooit iets van ons aannemen waar ze niet zelf om vragen, want soms komen ze naar ons toe voor raad. Bang weliswaar, maar de nood is soms hoger dan de angst.”
“Drossen zijn niet bekend met mensen zoals de mens de dros niet kent.” Merlijn nam rustig over. “In dit primitieve stadium volgen zij wie de sterkste is. Hun leiders overleven op lichaamskracht en sluwheid. Jij steekt met kop en schouders uit boven elke dros. Mensen zijn groter, forser, maar ze zullen aannemen dat je een van hen bent, doodgewoon omdat ze geen andere soort kennen. Jij moet wel een van hen zijn! Bovendien ben je goed getraind dankzij je trektochten en de sporten die je beoefend. Je uithoudingsvermogen is groter en je bent niet dom. Het moet mogelijk zijn om je een leiderspositie te verwerven…”
“Ho, wacht eens even!” riep ik. “Ik heb helemaal geen zin om leidertje te spelen. Ik spreek de taal niet eens…”
“Die leer je gemakkelijk genoeg, evenals hun gebruiken. Golp is je leermeester en het zal je verbazen hoe snel je een van hun bent.
Het gaat om het nu. Nu kan er nog ingegrepen worden. Zodra de aantallen groeien is het te laat. Dan is het onmogelijk voor een enkeling om voldoende stuwkracht te ontwikkelen en een complete samenleving om te buigen. Dat gaat nu nog wel, althans dat denken en hopen wij.”
“Ja maar, hoe stellen jullie je dat voor? Dat ik bezwerend mijn armen ophef en roep: Nee jongens niet die kant op, we gaan daarheen!?”
Merlijn kon een glimlach niet onderdrukken. “Het zal niet gemakkelijk zijn, maar jij draagt kennis die zij niet hebben. Vooral dat je weet waarheen hun cyclus leidt. Die kennis zul je hoe dan ook gebruiken, al is het onbewust. De kiem van het verval is bij de drossen al aanwezig vanaf het prilste begin. Jij zult de tekenen zien en herkennen en als leider kun je corrigerend optreden, anderen met die correcties besmetten. Als het werkt zullen we ook bij volgende generaties mensen inzetten om de sturing te blijven leiden tot de correcties zich in hun genen nestelen en ze vanzelf van het pad afwijken dat automatisch naar hun ondergang leidt.”
“Je wilt van mij een poppenspeler maken!” sprak ik verontwaardigd.
“Zoiets. Wat is het alternatief? Of je moet denken: het is mijn soort niet. Het zal me een zorg zijn wat er met de drossen gebeurt. Laat ze hun eigen problemen oplossen. Maar doe dan niet verontwaardigd als de mensheid hetzelfde overkomt, want wie zo denkt trapt in dezelfde val.”
Daar moest ik even over nadenken. Hoe kon mijn gedrag hier van invloed op de mensheid zijn? Maar eigenlijk begreep ik het wel. Het ging over mededogen, want zonder mededogen heeft geen enkele soort een kans. Als ik als mens daartoe niet in staat was wat kon ik dan van mijn eigen wereld verwachten? 
“Hoe gaat het in zijn werk? Stap ik op zo’n groepje af met de mededeling: ik ben jullie nieuwe leider?”
Merlijn grinnikte. “Ik geef je niet veel kans.”
“Zoals ik al zei”, sprak Golp, “word ik op onregelmatige tijdstippen bezocht voor advies. Zij zullen jou hier zien en je bewonderen om je grootte en lichaamskracht. Dat spreekt zich rond binnen de gemeenschappen en leiders zullen zich bedreigd voelen door de verhalen. Ze zullen je opzoeken en uitdagen en jij zult winnen wat automatisch tot gevolg heeft dat je hun leider wordt. Daarna zul je moeten verenigen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk drossen zich achter jou scharen. Je zult ervoor moeten knokken want de leiders zullen zich niet zomaar gewonnen geven. Ondertussen corrigeer je. Eerst op kleine schaal, maar steeds breder naarmate het aantal volgelingen groeit. Dat is het plan.”
Ik knikte. “Jullie vragen nogal wat. Er is altijd een kans dat ik verlies en het leven laat.”

“Dat kan”, gaven beide wachters toe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten