maandag 31 december 2018

last pics of the year

click pic to enlarge

winterkoning - wren, Wolderfield (NL)

mus - sparrow, Kanne (B)

boomklever - nuthatch, Cannerbos (NL)

serval, Daalhoeve Maastricht (NL)

buizerd - buzzard, Biesland Maastricht (NL)





Wolderfield (NL)

pimpelmees - blue tit, Wolder (NL)


roodborst - robin



Epos over de mens XIV



Buiten brokkelt de zon wat af, schijnt regen tussen de bomen
en fluit een hond zijn lied in het struikgewas,
schaatsen wij op een lenteplas van krokussen en ma haar lieven
schoof ik van de glijbaan af, pardoes in haar armen
die al lang niet meer de hare waren, zo arm was zij geboren
vond ze toch wat geld in kas van de gemeenschap die haar onderhield
maakte ik geen deel meer uit. Ik trok enkel aan mijn fluit
in het bijzijn van ons allen. Keek zij berustend toe hoe ik het deed,
zodat zij mij na kon apen met alle dieren in de zoo,
vooral met lange nekken, of korte horens, dat mocht ook
al had ik liever de slurf waarmee zij het openlijk deed,
het nog even aan je vreet terwijl je toekijkt, nog naar haar reikt,
maar dat ziet ze niet in haar diepe val keek ik naar beneden
en zag haar liggen, verspreidt over het trottoir.
Puzzelde ik haar gans opnieuw en blies haar weer tot leven.

“Flauwekul nietwaar?”, vroeg pastoor het jongetje terwijl hij in het broekje wroette.
Dat heilig moeten vond het jongetje maar niks. Het had niks om het lijf, vond hij
en loerde onder de soutane waar het aapje op de rekstok klom met tal van capriolen
stemde hij de harp, de fluit en alle vijf violen bloeiden samen met margrieten
maar ook orchideeën allerhand. Man waar zit toch je verstand; dat alles gaat niet samen!
Apartheid heerst overal, zelfs in de bovenste la waar schoppenvrouw met hartenboer
uit de doeken moet, het liever met klaverenkoning doet als het per se niet anders kan
blijft ze toch het liefst alleen en laat zich graag bevriezen voor het nageslacht
als dat er nu nog komt nadat alle hoge pieten niet tot consensus kwamen,
namen zij zichzelf oh zo serieus dat Katrijn Jan Klaassen moest gaan halen
die ook niet kon besluiten of het nu twee of drie graden moesten zijn,
misschien wel zes, lekker warm op stok, knus met alle kippen
was de haan daarom niet blij. Hij kakelde zijn roep maar werd niet gehoord
door de meute kakelaars, zo verheven waren zij boven het gewone
torenden zij kastelenhoog tot de torens braken onder wild geraas van het vliegmasjien 
dat wellicht wel heel misschien vanuit de wolken loerde op een kans
om opgemerkt te worden door de mannen met baarden
zoals Piet Joris en Korneel stonden al met evenveel te drummen
omdat ze binnen wilden in het klein kasteel, maar werden tegengehouden,
een Blok aan het been voor wie het echte wil, zich neervlijde
tussen machtige dijen waaraan het gevoel ontlook dat apart
toch altijd apartheid blijft kwamen zij maar niet tot samenwerken.
Niet met elkaar, zelfs niet met de ander die bij nader inzien dezelfde was;
de kale koning van het klein kasteel, had hij het liever groter gezien,
te groots voor hem, misschien, met nog te weinig ruimte
om allen te bergen die de boot naar elders hadden gemist
en nu, gewis, naast het potje pisten dat overliep, de goten vulde,
lulden allemaal uit hun nek die lang zijn horens strekte, kwaad de manen schudde
met de hakken in het zand zich verzette tegen de drommen, de darissen
die geen kant op konden, ook niet vanwaar wij stonden en konden zien
hoe fout het wel zou lopen, durfden niet langer te hopen op een goed verhaal
van klare taal zonder hen te bespelen die ons hun zetel gaven
waar we ons in konden graven achter ons gelijk. 

zondag 30 december 2018

Epos over de mens XIII

































Hij neukte het groot leed dat alle heren ooit zullen treffen
maar raakte er onmogelijk van betrokken.
Dat was de pijn die bleef, altijd en huiveringwekkend verwekte hij de wereld
uit de ontstane chaos en voelde zich een meester in tierelantijnen,
deed er nog een schepje democratie bovenop
zodat de wereld zichzelf kon besturen
schuurde het vooral in de onverkende hoekjes, de gaatjes
bijna niet te zien in het veel dat zelfs de wereld ontging
zo complex was het geworden
nadat Chaos zich had teruggetrokken, probeerde het nog met wat anarchie,
protesten en een handvol vermoordde hoogwaardigheden
sloegen zichzelf zo hoog aan zonder te begrijpen
dat ze eender en hetzelfde waren,
dat kleur er niet toe doet, de lengte van hun pik niet te meten
zonder erop te trappen, beklommen ze toch de ladder
waarvan de sporten waren doorgezaagd
zodat zij zich konden beklagen toen ze vielen,
terwijl de val te alle tijden onvermijdelijk was.

Godsgruwelijke godverdomse grootheidswaan regeert ons allen
waarom wij allemaal zullen vallen in de afgrond van het hellevuur
op het uur dat de wind ons blaast en het water wast
kwamen wij tot inkeer en zaten neer, overzagen het geheel,
waren totaal in de ban van onze spijt om wat had kunnen zijn
als wij onszelf hadden gezien zoals wij werkelijk waren
zonder de hellepijn van het rondjes denken, het streepjes zetten
voor alles dat wij hadden bijgedragen, dachten wij
en het verging, nam ons mee naar nergens; de chaos tegemoet.

zaterdag 29 december 2018

Epos over de mens XII



Multinationale belangen verlangen steeds meer van het almaar minder dat rest,
alsof zij zich verkneukelen in de ondergang die ook hun winst zal fnuiken
of is het al in kannen en kruiken voor de duur van het hiernamaals?
Domheid kent rangen noch standen, zeker bij diegenen die zichzelf als slim beschouwen
met het groen van flappen bankpapier voor ogen mogen zij van geluk spreken
dat zij zijn, maar eigenlijk weggevaagd, als eersten zouden moeten vertrekken,
liefst in een trein van traagheid hun ondergang tegemoet
zodat zij beven bij hetgeen zij hebben aangericht, doen wij stiekem allemaal mee
en liften op de belangen van wie wij niet willen dat ze behartigen
in ons belang, in het algemeen nut van de meest verdieners
zag ik een minister zichzelf verdedigen.
Hij had een boek geschreven, maar wie heeft dat niet, heden ten dage?
mag je best wel vragen wat zo’n minister op zijn ministerpost doet,
zoals het woord al zegt, sorteert hij er brieven en kaarten, pakjes op hun belangrijkheid,
maar nooit belangrijker dan hijzelf, zodat hij hoog boven zijn post blijft zitten
vanwaar hij meesmuilend naar beneden kijkt naar wat krioelt, bekritiseert
terwijl het vooral bang is omdat hij aan zijn postje klijft. 
Holy cow! Hoe moet dat nou? 
met alle anderen die niet weten hoe hun facturen te betalen
nu het op is… op=op! Hoe kom je erop, of… hoe kom je er weer vanaf?
Verwarring alom, maar zo is het leven vertellen die geven maar nemen nog meer
en dat doet zeer, voor de meesten dan toch.
De enkeling kan ons immers geen donder schelen.
Dondert het niet dan bliksemt het wel. Er is weer licht; weerlicht,
maar dat hadden wij niet besteld bij Bolpuntcom omdat het niet in het pakje kon
hadden we het erbuiten gelaten, maar nu bliksemde het ons neer.
Dat kan toch niet de bedoeling zijn, hoopten wij al evenzeer, met ons de hoop
in de bodem sloeg waar wij samen verdampten, boven op al datgene
wij de laatste eeuwen hadden gekocht, maar nu niet kon baten
of ons van onze ondergang te redden vermocht.

vrijdag 28 december 2018

Epos over de mens XI



Het feestgedruis van weleer is niet meer. Het is verloren of wedergeboren
ergens anders, waar het niet is te horen, al luister ik nog zo goed
met beide oren op het duivels kussen met jou ertussen
waar ik ondertussen je dijen heftig trillend van emotie ejaculeer
in jouw eigen dankbaarheid die niet had gehoeven, zo vanzelfsprekend was het
dat wij samen kwamen, schommelend naar extase voeren, reden wij ons ongans
op elkaar, maar ook op de ander nadat de een zich had overgegeven
kotste ik van vermoeienis toen ik eindelijk boven kwam
en onder mij het dal zag liggen waardoor het beekje stroomde,
rozenrood van stil verdriet steeds meer naar omlaag vloeide
tot bij het klooster waar de monniken ervan dronken voordat zij de miskelk vulden.
Zo dacht ik nog toen spijt al borrelde aan de toog met de oud verschrompelde
sloegen zij hun jenever in een keer achterover, smakten met hun lippen
die jou nog zo kortelings hadden gekust. Had ik nog wel een borrel gelust
maar de fles was leeg van alle zuiplappen die mij voor waren gegaan,
voor mij waren gekomen toen ik er nog niet was, waren zij toch aan de bar gaan zitten,
hadden om een glaasje gevraagd, zodat er uiteindelijk niets meer te drinken was
behalve koffie van bruine bonen die ooit nog wit waren geweest
in de tijd, lang geleden, er nog werd gefeest en het gedruis nog niet verstomd
of verhuist naar waar niemand komt.

Ai, A.I.; de kreet zegt genoeg en kluistert ons aan toekomstige software maîtresses
met exact onze interesses, precies eender en dezelfde verlangens, emoties en DNA
dat verknipt naar ons evenbeeld zichzelf genereert als gescheiden afval in de biobak
zwengelen wij aan de hoogste tak van sport: de wetenschap
in de wetenschap dat alle weten niet toereikend is om onze domheid te begrijpen
vergrijpen wij ons aan het dichtbij naaste, het vakje met ‘intelligentie’ erop gespeld
en meten naar wat ons wordt verteld vanaf de schoolbank tot het hier en nu
zonder te beseffen.

Waterdrager droeg het water en spoelde mijn voeten tot aan de kuiten,
verzonken mijn knieën terwijl ik spartelde om boven te blijven
op de inmiddels gladde tegelvloer, voer ik uit tegen eenieder’s schuld
dat er zoveel neerslag van boven viel, dat niemand er iets aan had gedaan
om het te kanaliseren waardoor het veel verder van mijn bed mocht vallen
dat eender welk het zag gebeuren nu modder in de goten spoelde,
putjes verstopte, waarom de buurvrouw sopte terwijl ze met hoog geheven rokken
mijn kant uit zwom, tegen de stroom die hele bomen rukten,
takken braken op gehavende muren en verpletterden daken
die ons nog wel konden maar niet langer wilden beschutten
loeide de verwarming nog een toontje hoger in het vrijspel van weer en wind,
zag ik het kind, blubblub, belletjes blazen van kolkend water
dat niet alleen hem, maar hele hordes meesleurde naar almaar dieper
waar de verzopen katten naar hen loerden en zich verkneukelden in hun prooi,
deed ik nog gauw een gooi naar hogerop en wist het te bereiken
daar waar aarde, water en lucht samenkwamen en grinnikten om de kool
die zij ons stoofden, spartelden wij met flappende oren,
kwijlende neus en mond en hapten naar de sloot om lucht,
maar vonden enkel water…

donderdag 27 december 2018

Epos over de mens X



Reizend vertoon rijst de pan uit. Circus is opnieuw in het land,
vertoont zich op de geel bezette pleinen waar peperspray de scepter zwaait
van voorbije koningen en koninginnen; striptease onder de guillotine,
het Moulin Rouge van de dag, als waan van vandaag en morgen, trouwens,
trouwen wij voor de kerk, maar slaan de wet over
nadat wij de miswijn in brand staken en van hosties tosti’s maakten.
Smikkelen en smullen op het kruispunt van voorbije eeuwen
wacht ik je op en bedrijf de liefde met als doel een boreling
die gezoogd moet worden en daarna gezaagd in triljoenen stukken,
als een nieuwe Christus lijdend voor de mensheid omdat zijzelf geen lijden kent,
maar denkt te leiden zonder teugels of paard, zelfs geen zadel,
zadel ik jou op met al het lijden van de wereld, zodat deze eindelijk vergaat
en ons achterlaat in wanhopige eenzaamheid, zonder lucht,
zonder bomen, zonder aarde om op te staan of ons bezit te kunnen bouwen
red ik het nog net op tijd uit de klauwen van wie naast mij staat,
wie ik niet ken, nooit gekend heb, ook, staart hij mij aan en stelt zich voor,
maar ik wil hem helemaal niet kennen, zelfs niet voor even, laat staan voor altijd!
Daarom draai ik hem mijn rug toe en die van de ander zonder ruggengraat,
de onverlaat die mijn bezit tot het zijne maakte,
zich vervolgens te pletter zoop nog voor hij sprong
en de hele rij auto’s vernielden die in de garage had moeten staan,
maar dat niet hadden gedaan zonder toestemming van boven
was ik toch naar het bal gegaan om het meisje #Metoo op te snorren,
haar daar vast te sjorren met sterke touwen geboeid en geketend,
snoerde ik haar de mond, voerde haar vervolgens aan de hond
die likkebaardend had toegekeken met een wolfse blik
de kat besprong en penetreerde zonder zijn toestemming te vragen.
Dat was het summum! Zo kon het niet langer! Het moest gedaan zijn met de pret
van eenzijdig spelplezier en altijd maar winnen terwijl de anderen nimmer verloren
liet ik mij niet langer ringeloren door de scanderende meute
elkaar najouwen, voer ik tegen hen uit wat hun met stomheid sloeg
waarna de stilte viel als een blok van huizenhoog, tenminste van de vierde verdieping.
Dat was wat ik even kwijt wilde en ik dank jullie voor de aandacht,
het aandachtig horen in eendracht, verloor ik terzelfder stond mijn macht
over het stuur en knalde tegen de laatste boom die daar al niet meer had mogen staan.

woensdag 26 december 2018

2nd x-mas walk (Maastricht - NL)

click pic to enlarge

Louwberg hill Wolder

groenling - green finch

Cannerberg hill


vink - finch

kleine bonte specht - lesser spotted woodpecker, Cannerbos - forest



boomklever - nuthatch



buizerd - buzzard, Hoog Cannerbos - forest

torenvalk - kestrel






roodborst - robin




putter - goldfinch







Cannerberg hill



buizerd - buzzard, Wolderfield